Zians-Haas Advocaten
Zians-Haas Rechtsanwälte

Voorschriften voor brandpreventie opgenomen in Welzijnscodex

05.05.2014

Minister van Werk Monica De Coninck heeft een koninklijk besluit gepubliceerd over de brandpreventie op de arbeidsplaatsen. Bedoeling is om een rits bepalingen uit het ARAB te moderniseren en over te hevelen naar de Welzijnscodex.

Welzijnscodex
Zoals bekend, wordt het ARAB, het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming, geleidelijk aan en onder invloed van Europese regelgeving vervangen door een nieuwe codificatie: de Codex over het welzijn op het werk.

Die zogenaamde Welzijnscodex is meer dan een loutere vervanging van het ARAB. Men heeft namelijk een nieuwe notie ingevoerd: welzijn op het werk. Die benadering is breder dan de traditionele benadering van de bescherming van de gezondheid en de veiligheid van werknemers, parallel met de welzijnswet voor werknemers.

Bepaalde stukken uit het ARAB werden al geschrapt en vervangen. Denk bijvoorbeeld aan de algemene basiseisen waaraan arbeidsplaatsen moeten beantwoorden. Ze zijn opgenomen in een KB van 10 oktober 2012. Hetzelfde gebeurt nu met de bepalingen voor brandpreventie op de arbeidsplaatsen.

De bepalingen van het KB van 28 maart 2014 vormen voortaan titel III, hoofdstuk III van de Welzijnscodex. Het gaat om ‘Titel III. - Arbeidsplaatsen’ en ‘Hoofdstuk III. - Brandpreventie op de arbeidsplaatsen’. En bij de omschrijving van het toepassingsgebied van het nieuwe KB verwijst men uitdrukkelijk naar de welzijnswet voor werknemers en haar uitvoeringsbepalingen, en naar de ‘arbeidsplaatsen’, zoals omschreven in het KB van 10 oktober 2012.

Brandpreventie
Logischerwijs wordt het betreffende artikel 52 van het ARAB deels opgeheven. Ook het ministerieel besluit van 6 maart 1978 tot afwijking van de voorschriften van de artikelen 52.5.11 en 652 van het ARAB wordt opgeheven.

Uit het bijhorend advies van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het Werk blijkt dat het nodig was om de regels aan te passen aan de stand van de techniek en de technologie. Ook de principes van de welzijnswet en van een Europese richtlijn met minimumvoorschriften worden geïntegreerd.

De brandpreventie komt aan bod in twee aparte ontwerpteksten: een KB over de organisatie van de preventie in de onderneming enerzijds, en een KB over de technische voorschriften voor de constructie van de gebouwen waar de werknemers tewerkgesteld zijn anderzijds. Het KB over de preventie is nu verschenen.

Risicoanalyse
Het KB van 28 maart 2014 gaat uit van de verplichting om een risicoanalyse uit te voeren. Op basis daarvan worden preventiemaatregelen genomen. De nieuwe tekst beschrijft niet meer zo uitvoerig de maatregelen die de werkgever moet nemen, maar het KB vermeldt wel de bijzondere risicofactoren en de minimale preventiemaatregelen.

Concreet betekent dit dat de werkgever een risicoanalyse uitvoert voor het brandrisico. Hierbij houdt hij rekening met een reeks risicofactoren, zoals de aard van de activiteiten, de grootte van de onderneming of inrichting, de specifieke risico's eigen aan bepaalde groepen van personen, de ligging en de bestemming van de lokalen … 

Preventiemaatregelen
De werkgever bepaalt de waarschijnlijke scenario's en de omvang van de voorspelbare gevolgen die eruit kunnen voortvloeien. De risicoanalyse wordt regelmatig bijgewerkt. Op basis van die analyse neemt de werkgever preventiemaatregelen om:
brand te voorkomen;
de veiligheid te verzekeren (en indien nodig de snelle evacuatie);
vlug en efficiënt elk begin van brand te bestrijden;
de schadelijke gevolgen van een brand te beperken;
de tussenkomst van de openbare hulpdiensten te vergemakkelijken. 

De resultaten van de risicoanalyse en de preventiemaatregelen worden opgenomen in een document dat voor advies wordt voorgelegd aan het preventiecomité.

Bij de evaluatie van het dynamisch risicobeheersingsysteem houdt de werkgever rekening met de resultaten van de evacuatieoefeningen, en met de opgedane ervaring bij eerdere branden en bij incidenten die aanleiding kunnen geven tot een brand.

Daarnaast somt het nieuwe KB een reeks specifieke preventiemaatregelen op. Men maakt een gelijkaardige opdeling:

brandbestrijdingsdienst;
preventie van brand;
verzekeren van de snelle en veilige evacuatie van werknemers en alle personen aanwezig op de arbeidsplaats;
elk begin van brand vlug en doelmatig bestrijden;
de schadelijke gevolgen van een brand beperken;
het vergemakkelijken van de interventie van de openbare hulpdiensten;
periodieke controle en onderhoud.

Een bijlage somt de vaardigheden en opleidingen op voor de leden van de brandbestrijdingsdienst.

Noodplan en preventiedossier
De werkgever stelt schriftelijk gepaste procedures vast voor de uitvoering van de taken van de brandbestrijdingsdienst, de evacuatie van personen, de evacuatieoefeningen, het gebruik van beschermingsmiddelen tegen brand, en de informatie en de opleiding van de werknemers.
Bij het opstellen van dit ‘intern noodplan’ vraagt hij het advies van de preventieadviseur en het preventiecomité. De preventieadviseur ondertekent de procedures ‘voor gezien’.

Daarnaast moet de werkgever ook een lijvig ‘brandpreventiedossier’ bijhouden. Dit dossier bevat bijvoorbeeld het document dat de organisatie van de brandbestrijdingsdienst beschrijft, het evacuatieplan, een lijst van de beschermingsmiddelen tegen brand die beschikbaar zijn op de arbeidsplaats en hun situering op een plan, de data van de controles en de onderhoudsbeurten van de beschermingsmiddelen tegen brand … 

Opleiding en informatie
Ook voor dit aspect verwijst men naar het KB op het welzijnsbeleid van 27 maart 1998. De werkgever moet zijn werknemers de nodige informatie geven over de preventiemaatregelen. Namelijk: voor elke werknemer de relevante informatie over:
brandrisico's;
preventiemaatregelen;
waarschuwings- en alarmsignalen;
toe te passen maatregelen in geval van brand;
evacuatie. 
Elke werknemer krijgt die informatie ten laatste op de dag van indiensttreding. Ze wordt bijgewerkt in functie van de evolutie van de risico's en van de preventiemaatregelen.
 
Daarnaast moet de werkgever ook voorzien in de nodige vorming. De werknemers moeten op die manier een aantal bekwaamheden verwerven, zoals de bekwaamheid om op gepaste wijze te reageren bij de ontdekking van een brand of rook en de bekwaamheid om een waarschuwing te geven. Daartoe omvat de opleiding evacuatieoefeningen die tenminste één keer per jaar worden georganiseerd!
Aannemer
Worden er in de inrichting van de werkgever werkzaamheden uitgevoerd door aannemers of onderaannemers, dan verstrekt de werkgever hen relevante informatie over de risico’s en de preventiemaatregelen.

De werkgever moet nagaan of de aannemers de informatie begrijpen. En hij moet erop toezien dat de aannemers hem informatie geven over de brandrisico's eigen aan de uit te voeren werkzaamheden.

Is er sprake van een bijkomende risicofactor, dan onderwerpt de werkgever de uitvoering van de werkzaamheden aan zijn voorafgaande toestemming. 
In werking
Het KB van 28 maart 2014 treedt in werking op 3 mei 2014. Dat is 10 dagen na publicatie in het Staatsblad.
Bron:Koninklijk besluit van 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen, BS 23 april 2014

<< ga terug