Maximale werkgeverstussenkomst per maaltijdcheque stijgt met 1 euro
20.08.2015De maximale tussenkomst van de werkgever in het bedrag van de maaltijdcheque wordt op 1 januari 2016 opgetrokken tot 6,91 euro per maaltijdcheque.
Kleine marge voor 2016
Er is dus enkel in 2016 een kleine marge. Een manier om de ‘enveloppe’ te vertalen naar netto koopkracht is een verhoging van het ‘faciaal tarief’ (nominale waarde) van de maaltijdcheque met 1 euro - van 7 naar 8 euro - zonder dat het persoonlijk aandeel van de werknemer, dat 1,09 euro bedraagt, wordt verhoogd. Die piste komt aan bod in het ontwerp van sociaal akkoord dat de onderhandelaars van de Groep van Tien, met uitzondering van het ABVV, op 30 januari hebben afgesloten.
Tegelijkertijd werd aan de regering gevraagd om ervoor te zorgen dat de werkgevers 1 euro extra per maaltijdcheque fiscaal kunnen inbrengen als aftrekbare kost. Het fiscale luik komt aan bod in een wetsontwerp dat op 3 juni neergelegd werd in de Kamer:
- •
-
de maximale werkgeversbijdrage wordt ook in het wetboek van de inkomstenbelasting verhoogd met 1 euro – van 5,91 tot 6,91 euro per maaltijdcheque;
- •
-
de als beroepskost aftrekbare werkgeverstussenkomst wordt verdubbeld – van 1 naar 2 euro per maaltijdcheque.
Deze nieuwe maximumbedragen zullen gelden voor maaltijdcheques die vanaf 1 januari 2016 toegekend worden.
Bijdrage van de werkgever
Sociale partners op sector- en ondernemingsniveau krijgen dus de kans om maaltijdcheques met een hogere nominale waarde — 8 euro in plaats van 7 euro — toe te kennen zonder dat het persoonlijke aandeel van de werknemer stijgt.
Daartoe wordt artikel 19bis van het uitvoeringsbesluit bij de RSZ-wet aangepast. Want die bepaling somt de voorwaarden op waaraan de maaltijdcheques moeten voldoen om niet als loon beschouwd te worden.
Let wel, het gaat hier om een aanpassing van artikel 19bis, zoals van kracht vanaf 1 januari 2016. Juridisch gaat het om een wijziging van het KB van 29 juni 2014 dat de overschakeling naar het veralgemeend systeem van de elektronische maaltijdcheques mogelijk gemaakt heeft.
De NAR had voorgesteld om 1 januari 2016 expliciet te vermelden in het wijzigings-KB. De raad had ingestemd met het ontwerp-KB ‘mits in het dispositief van het koninklijk besluit uitdrukkelijk wordt vermeld dat de maatregel op 1 januari 2016 in werking treedt’. Maar dat is dus niet gebeurd. Het wijzigings-KB vermeldt geen expliciete datum van inwerkingtreding en treedt dus in werking op 18 juni 2015. Dat is 10 dagen na publicatie.