Zians-Haas Advocaten
Zians-Haas Rechtsanwälte

Schijnrelaties strenger aangepakt

14.10.2013

België voert zijn strijd tegen het schijnhuwelijk verder op. Er komen strengere straffen. En ook wie wettelijk gaat samenwonen enkel en alleen om een verblijfstitel te krijgen, wordt voortaan bestraft. Andere nieuwigheid is dat de strafrechter het huwelijk of de wettelijke samenwoning kan vernietigen als hij een veroordeling uitspreekt wegens een schijnrelatie. Een aparte procedure voor de burgerlijke rechter is niet meer nodig. En er komt een verplichte gegevensuitwisseling tussen burgerlijke stand en Dienst Vreemdelingenzaken.

© JMG / pixelio.de

Schijn-wettelijke samenwoning en gedwongen wettelijke samenwoning
De wetgever pakt nu ook de schijn-wettelijke samenwoning en de gedwongen wettelijke samenwoning aan.
Vreemdelingen die in ons land een verblijfsrecht willen, zoeken immers meer en meer hun toevlucht tot wettelijke samenwoning. Dit omdat het huwelijk - wegens de strenge controles – zijn nut heeft verloren. Ze kiezen ervoor om een verklaring van wettelijke samenwoning af te legen. Dat kan heel eenvoudig en er is – net zoals aan het huwelijk – een verblijfsrecht aan gekoppeld.
Er is sprake van schijn-wettelijke samenwoning als uit een geheel van omstandigheden blijkt dat de intentie van minstens een van beide partijen kennelijk enkel gericht is op het bekomen van een verblijfsrechtelijk voordeel dat aan de staat van wettelijk samenwonende is verbonden. En dit niettegenstaande beide partijen de wil hebben geuit om wettelijk samen te wonen.
Als de wettelijke samenwoning wordt aangegaan zonder vrije toestemming van beide wettelijke samenwonenden of als minstens één van hen zijn toestemming heeft gegeven onder geweld of bedreiging, is er sprake van gedwongen wettelijke samenwoning.
Schijn-wettelijke samenwoningen en gedwongen wettelijke samenwoningen worden zoveel als mogelijk behandeld als schijnhuwelijken en gedwongen huwelijken.
Huwelijksaangifte
De ambtenaar van de burgerlijke stand kan voortaan drie maanden wachten om de akte van huwelijksaangifte op te maken. Dit als hij twijfelt over de echtheid of de geldigheid van de overgelegde documenten. Heeft hij geen twijfels dan moet hij de akte voortaan trouwens opmaken binnen de maand na de aangifte.
Bij twijfels verwittigt hij de toekomstige echtgenoten van het uitstel. Tijdens de drie maanden kan de ambtenaar de documenten onderzoeken en zich uitspreken over hun geldigheid en echtheid. Hij stelt de akte niet op als hij de echtheid of geldigheid niet erkent. Neemt hij geen beslissing hierover binnen de uitsteltermijn van drie maanden, dan moet hij de akte van aangifte onverwijld opmaken.
De ambtenaar bezorgt voortaan – van zodra de afgegeven documenten volledig zijn – een ontvangstbewijs. De termijn – zowel die van een maand als die van drie maanden – begint te lopen vanaf de afgifte van dat ontvangstbewijs.
Uitstel huwelijk en wettelijke samenwoning
De ambtenaar van de burgerlijke stand mag het huwelijk niet voltrekken als niet voldaan is aan de voorwaarden en hoedanigheden om te mogen huwen of als het huwelijk in strijd is met de openbare orde. Als hij alleen maar ernstige vermoedens heeft, kan hij de huwelijksvoltrekking met twee maanden uitstellen om bijkomend onderzoek te voeren.
De procureur des Konings kan dat uitstel nu verlengen met nog eens drie maanden. Een termijn van twee maanden is vaak onvoldoende om een degelijk onderzoek te voeren en een onderbouwd advies te geven.
Eenzelfde regeling is er voortaan ook bij schijn-wettelijke samenwoning of gedwongen wettelijke samenwoning. De ambtenaar mag geen melding maken van de verklaring als hij vaststelt dat het gaat om een schijnwettelijke samenwoning of een gedwongen wettelijke samenwoning. En ook hier: bij ernstige vermoedens kan hij de melding van de verklaring twee maanden uitstellen om de zaak te onderzoeken. En de procureur kan die termijn met drie maanden verlengen.
De ambtenaar van de burgerlijke stand moet zijn weigering om een koppel te huwen of om melding te maken van de wettelijke samenwoning voortaan overmaken aan de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ). Ook de procureur des Konings wordt ingelicht.
Strengere straffen
Wie iemand door geweld of bedreiging dwingt om een huwelijk of wettelijke samenwoning aan te gaan, wordt voortaan bestraft met een gevangenisstraf van 3 maanden tot 5 jaar en met een geldboete van 250 euro tot 5.000 euro.
De wetgever verstrengt ook de bestraffing van schijnhuwelijken en schijn-wettelijke samenwoningen.
Wie een schijnhuwelijk of schijn-wettelijke samenwoning aangaat, wordt bestraft met een gevangenisstraf van 1 maand tot 3 jaar en met een geldboete van 50 euro tot 500 euro.
Ook wie geld krijgt als vergoeding voor het sluiten van een schijnrelatie wordt strenger aangepakt. Voortaan met een gevangenisstraf van 2 maanden tot 4 jaar en een geldboete van 100 euro tot 2500 euro.
En als de schijnrelatie tot stand komt met geweld of bedreiging, is een celstraf van 3 maand tot 5 jaar en een geldboete van 250 euro tot 5.000 euro voorzien.
Ook pogingen tot dit soort misdrijven worden strenger bestraft.
Merk op dat het hier geen of-of verhaal meer is. De rechter legt een geldboete en een gevangenisstraf op.
Vernietigingsvordering huwelijk of wettelijke samenwoning
De wettelijk samenwonenden en de gehuwden, en iedereen die er een belang bij heeft, kan een nietigheidsvordering instellen tegen een schijnrelatie. De procureur des Konings vordert de nietigheid.
Nietigverklaring door strafrechter
Als de strafrechter een veroordeling uitspreekt wegens een schijnrelatie of de schuld aan deze inbreuk vaststelt, kan hij meteen ook – in hetzelfde vonnis - het huwelijk of de wettelijke samenwoning nietig verklaren. En dit op vordering van de procureur of van een in het geding belanghebbende partij. Een aparte procedure voor de burgerlijke rechter is niet nodig.
Let wel op. Het vonnis kan aan de echtgenoten of aan de wettelijke samenwonenden slechts worden tegengeworpen als zij partij zijn geweest in het geding of daarin zijn geroepen. Het openbaar ministerie kan hen gedwongen laten tussenkomen. De tussenkomst maakt hen partij in het geding. De tussenkomst moet ingesteld worden vanaf het begin van het geding. De partijen kunnen op die manier hun rechten met betrekking tot de nietigverklaring doen gelden.
Bekendmaking vernietigingsvonnis
Een uittreksel van het vernietigingsvonnis gaat – als het in kracht van gewijsde is gegaan – naar de DVZ. De DVZ kan dan onmiddellijk overgaan tot een herevaluatie van de verblijfssituatie van de betrokken vreemdeling.
Het uittreksel maakt melding van het beschikkend gedeelte en de dag waarop de beslissing in kracht van gewijsde is getreden.
De griffier stuurt ook een uittreksel van de nietigverklaring naar de ambtenaar van de burgerlijke stand van de plaats waar het huwelijk heeft plaatsgevonden – of als dat niet in België was – naar de burgerlijke stand van Brussel. Bij een wettelijke samenwoning gaat het uittreksel naar de gemeente waar de partijen hun woonplaats hebben.
Bij de vernietiging van het huwelijk schrijft de ambtenaar het beschikkend gedeelte over in de registers van de burgerlijke stand. Op de huwelijksakte en de akten van de burgerlijke stand die betrekking hebben op de kinderen wordt er melding van gemaakt.
De vernietiging van de wettelijke samenwoning wordt vermeld in het bevolkingsregister.
Inreisverbod
Wanneer een vreemdeling via een schijnhuwelijk, een schijn-wettelijke samenwoning of een schijnadoptie een verblijfsrecht heeft gekregen of dat recht kan behouden, zal de beslissing tot verwijdering gepaard gaan met een inreisverbod. En dat kan vijf jaar duren.
Attest van geen huwelijksbeletsel
Er komt een wettelijke regeling voor de aflevering van een ‘attest van geen huwelijksbeletsel’.
Sommige buitenlandse overheden vragen aan Belgen die in het buitenland willen huwen een ‘attest van geen huwelijksbeletsel’. Het hoofd van het consulaat kan een attest uitreiken voor de huwelijken die in zijn consulair ressort gebeuren. Een dergelijk attest bewijst dat er naar Belgisch recht geen wettelijk bezwaar is tegen het huwelijk.
Het consulaat moet vóór de uitreiking onderzoeken of de Belg voldoet aan alle hoedanigheden en voorwaarden die het Belgisch recht eist om te mogen trouwen.
Het consulaat kan het attest zelf niet weigeren. Het zendt - als niet aan de hoedanigheden en voorwaarden is voldaan of bij ernstige twijfel hierover - de aanvraag van het attest naar de procureur des Konings. Die heeft drie maanden om zich te verzetten tegen de uitreiking ervan. Die termijn kan met twee maanden verlengd worden. Hij meldt zijn verzet aan de belanghebbende partijen, aan het consulaat, aan de DVZ en aan de burgerlijke stand van de woonplaats van de verzoeker in België.
De opheffing van het verzet kan gevraagd worden bij de rechtbank van eerste aanleg van het ambtsgebied van de zich verzettende procureur.
Komt er geen verzet, dan gaat het consulaat onverwijld over tot de uitreiking van het attest.
Gezinshereniging met Belg
Als een ‘attest van geen huwelijksbeletsel’ is afgeleverd, kan de Dienst Vreemdelingenzaken naar aanleiding van een onderzoek van een aanvraag voor een visum gezinshereniging gebaseerd op het voltrokken huwelijk, niet overgaan tot een nieuw onderzoek. Tenzij er nieuwe elementen zijn.
Deze vereenvoudiging kadert binnen de gezinsherenigingsregeling tussen een Belg en zijn familie.
Omzendbrieven
Samen met de nieuwe wet zijn er meteen ook twee nieuwe omzendbrieven gepubliceerd. De ene licht de gegevensuitwisseling toe tussen de ambtenaar van de burgerlijke stand en de DVZ bij een huwelijksaangifte of een verklaring van wettelijke samenwoning van een vreemdeling in illegaal of precair verblijf. De andere geeft een uitgebreide toelichting bij de nieuwe wet.
Omzendbrief gegevensuitwisseling
Er is een verplichte gegevensuitwisseling bij de huwelijksaangifte of bij de verklaring van wettelijke samenwoning. Die moet wel alleen gebeuren als er een vreemdeling bij betrokken is wiens verblijf illegaal of precair is. Melding gebeurt via een speciale fiche. De Dienst Vreemdelingenzaken zal binnen 30 dagen na ontvangst van die fiche de inlichtingen die hij zelf heeft aan de ambtenaar doorgeven.
Wanneer de ambtenaar van de burgerlijke stand weigert een koppel te huwen of melding te maken van een verklaring van wettelijke samenwoning omdat hij meent dat dit enkel gebeurt om een verblijfsrecht te krijgen, stuurt hij zijn beslissing naar de Dienst Vreemdelingenzaken.
Als een vreemdeling met een bevel om het grondgebied te verlaten een huwelijksaangifte of een verklaring van wettelijke samenwoning heeft gedaan, zal de uitvoering van het bevel opgeschort worden. Dit tot
de dag waarop de ambtenaar van de burgerlijke stand beslist om het huwelijk niet te voltrekken of geen melding te maken van de verklaring van wettelijke samenwoning;
het einde van de uiterste termijn om te huwen is bereikt (dat is zes maanden nadat er ten vroegste gehuwd kan worden);
de dag na de voltrekking van het huwelijk of de verklaring van de wettelijke samenwoning.
In bepaalde gevallen wordt het bevel echter steeds uitgevoerd. Dus ook als er een huwelijksaangifte of een verklaring van wettelijke samenwoning is gebeurd.
Omzendbrief over de nieuwe wet
De tweede omzendbrief geeft toelichting bij de nieuwe wet. Er komen verschillende zaken aan bod.
Wat het huwelijk betreft gaat het onder meer om
de akte van aangifte;
de specifieke nietigheidsgrond voor schijnhuwelijken;
de weigering van de ambtenaar van de burgerlijke stand om het huwelijk te voltrekken.
Wat de wettelijke samenwoning betreft, behandelt de omzendbrief
de nietigheidsgronden (schijn-wettelijke samenwoning en gedwongen wettelijke samenwoning);
de verklaring van wettelijke samenwoning en de weigering van de ambtenaar van de burgerlijke stand om er melding van te maken.
Belangrijk is dat de ambtenaren een hele reeks elementen aangereikt krijgen die een ernstige aanwijzing geven dat het om een schijnhuwelijk of om een schijn-wettelijke samenwoning gaat. Zaken die daar op wijzen zijn bv. geen of gebrekkige communicatie, groot leeftijdsverschil, geen eerdere ontmoetingen, eerder pogingen tot schijnrelaties of geen kennis over de werkplek van de partner.
Inwerkingtreding
De nieuwe wet van 2 juni 2013 treedt in werking op 3 oktober 2013. Voor koppels die hun huwelijksplannen voor 3 oktober 2013 hebben aangegeven bij de burgerlijke stand blijven de oude regels voor de huwelijksaangifte en de voltrekking van het huwelijk gelden. Hiermee wordt vermeden dat zij geconfronteerd worden met een onverwachte verlenging van de termijnen die hun planning in de war zou kunnen sturen.
Bron:Wet van 2 juni 2013 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de wet van 31 december 1851 met betrekking tot de consulaten en de consulaire rechtsmacht, het Strafwetboek, het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, met het oog op de strijd tegen de schijnhuwelijken en de schijn-wettelijke samenwoningen, BS 23 september 2013.
Bron:Omzendbrief van 17 september 2013 betreffende de gegevensuitwisseling tussen de ambtenaren van de burgerlijke stand en de Dienst Vreemdelingenzaken ter gelegenheid van een huwelijksaangifte of een verklaring van een wettelijke samenwoning van een vreemdeling in illegaal of precair verblijf, BS 23 september 2013
Bron:Omzendbrief van 6 september 2013 inzake de wet van 2 juni 2013 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, de wet van 31 december 1851 met betrekking tot de consulaten en de consulaire rechtsmacht, het Strafwetboek, het Gerechtelijk Wetboek en de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, met het oog op de strijd tegen de schijnhuwelijken en de schijnwettelijke samenwoningen, BS 23 september 2013.

<< ga terug