Eenvormige waarderingsregels voor omzetting vruchtgebruik
23.06.2014Voor de waardering van het vruchtgebruik bestaan er verschillende methodes. De fiscus hanteert eigen waarderingsregels, die afwijken van het regime uit het Burgerlijk Wetboek. In het Burgerlijk Wetboek staat alleen dat de waarde van het vruchtgebruik moet berekend worden op de dag van de omzetting. En dat daarbij rekening moet worden gehouden met de waarde van de goederen, de verwachte opbrengst ervan, de schulden en de lasten die het goed eventueel bezwaren, en de verwachte levensduur van de vruchtgebruiker.
Standaardregime met mogelijkheid tot afwijking
- •
-
de leeftijd van de vruchtgebruiker op de datum van de indiening van het verzoekschrift tot omzetting van het vruchtgebruik;
- •
-
2 omzettingstabellen; en
- •
-
de verkoopwaarde van de goederen.
2 omzettingstabellen
Elke omzettingstabel zal naast de leeftijd van de vruchtgebruiker, diens levensverwachting vermelden met de overeenstemmende rentevoet, en de waarde van het vruchtgebruik, uitgedrukt als een percentage dat moet worden toegepast op de verkoopwaarde van de goederen in vruchtgebruik.
De rentevoet waarvan hiervoor sprake is, is de gemiddelde rentevoet over de laatste 2 jaar van de lineaire obligaties (OLO’s) met een looptijd die identiek is aan de levensverwachting van de vruchtgebruiker, verminderd met de roerende voorheffing.
Als de levensverwachting van de vruchtgebruiker buitengewoon hoog is, wordt de rentevoet genomen van de OLO met de langst mogelijke looptijd.
Als de levensverwachting van de vruchtgebruiker manifest lager zou zijn dan het cijfer dat voorkomt in de sterftetabellen van het Federaal Planbureau, kan de persoon die zich daardoor benadeeld voelt, naar de rechter stappen. De rechter kan dan de omzetting op zijn geheel weigeren. Hij kan ook ándere omzettingsregels opleggen, los van de wettelijke omzettingstabellen. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer een vruchtgebruiker terminaal ziek is.
Eerst betalen...
Omzetting van vruchtgebruik?
Vruchtgebruik ontstaat meestal na een overlijden, waarbij de eigendom van de goederen in bloot-eigendom overgaat naar de kinderen van de overledene, maar de langstlevende partner het vruchtgebruik van de goederen geniet.
De vruchtgebruiker kan aan de blote eigenaar (of eigenaars) vragen dat die het vruchtgebruik zou afkopen tegen betaling van een geldsom of lijfrente, waarna het goed de volle eigendom wordt van de voormalige blote eigenaar. Omgekeerd kan ook, de vruchtgebruiker kan aan de blote eigenaar vragen om diens blote eigendom te kunnen overkopen. De vraag tot omzetting van het vruchtgebruik kan ook uitgaan van de blote eigenaar, maar in dat geval kan de vraag tot omzetting nooit betrekking hebben op de gezinswoning met huisraad van de langstlevende partner.
Verkoop zonder verdeling van inkomsten
Na publicatie van de tabellen
Met de publicatie van de tabellen voor de waardering van het vruchtgebruik is alvast één groot twistpunt bij nalatenschappen uit de weg geruimd. Dat betekent niet dat nu alle problemen van de baan zijn. Er zijn immers nog steeds geen wettelijke regels voor het bepalen van de verkoopwaarde van de goederen in geval van omzetting van vruchtgebruik.