Afstammingregels meemoeders conform nieuwe regels voor naamsoverdracht
09.01.2015De wet die de vaststelling van de afstamming van de meemoeder heeft geregeld, wordt afgestemd op de nieuwe regeling voor naamsoverdracht. De overgangsregeling bij naamsoverdracht wordt uitgebreid, het internationaal privaatrecht heeft voortaan regels voor gevallen waarin er een meemoeder is, en de mogelijkheden om het vaderschap te betwisten worden uitgebreid.
Achternaam kiezen
Een geadopteerd kind krijgt normaal de naam van de adoptant. Maar als het kind gelijktijdig geadopteerd wordt door twee echtgenoten of samenwonenden, is er ook hier een keuzevrijheid. Bij de adoptie van het kind van de echtgenoot of de samenwonende partner gelden aparte regels.
Die keuzemogelijkheden zijn opgenomen in de wet op de naamsoverdracht van 8 mei 2014.
Los daarvan heeft een wet van 5 mei 2014 de vaststelling van de afstamming van de meemoeder geregeld. Met ingang van 1 januari 2015 wordt de afstammingsband voor meeouders namelijk vastgesteld via de ‘gewone’ afstammingsregels. Op die manier wordt de ongelijke behandeling bij koppels met een gelijk geslacht weggewerkt. Dat gebeurt via een vermoeden van meemoederschap en een mogelijkheid tot erkenning.
Een nieuwe wet zorgt er nu voor dat beide teksten – de wetten van 5 en 8 mei 2014 – op elkaar worden afgestemd.
Internationaal recht
Voor de vaststelling en de betwisting van het meemoederschap gelden voortaan dezelfde regels als voor de vaststelling en de betwisting van het vaderschap en het moederschap. Voor het toepasselijk recht komt dat erop neer dat het recht van de staat van toepassing zal zijn waarvan de meemoeder de nationaliteit heeft.
Ook het Consulair Wetboek wordt aangepast. De wijzigingswet maakt de consulaire beroepsposten bevoegd voor akten betreffende de naam van kinderen die worden erkend door meemoeders. Op die manier biedt de wetgever een oplossing voor de Belgen die hun woonplaats in het buitenland hebben en op dit ogenblik geen verklaring kunnen afleggen.
Betwisting
Die mogelijk discriminatie wordt weggewerkt: de vermeende meemoeder krijgt de mogelijkheid om het vaderschap te betwisten. De nieuwe betwistingsmogelijkheid is gebaseerd op de betwisting van het meemoederschap door de vermeende meemoeder.
De vertegenwoordiger van de minister van Justitie verduidelijkt in het commissieverslag bij de nieuwe wet dat het hier gaat om gevallen waarin er een overeenkomst bestaat tussen de wensouders - onder wie de vermeende meemoeder - en het fertiliteitscentrum.
Bovendien maakt een vervanging van artikel 328bis van het Burgerlijk Wetboek het mogelijk dat de betwisting van het vaderschap door de meemoeder ook vóór de geboorte van het kind kan worden ingesteld.
Ook de erkenning door de vader kan worden betwist door de vermeende meemoeder. Deze nieuwe betwistingsmogelijkheid is gebaseerd op de betwisting van het meemoederschap door de vermeende meemoeder. Daarnaast noteren we ook nog een aantal louter technische wijzigingen van de wet van 5 mei 2014.
De wet van 8 mei 2014 wordt ook aangepast. Dat is noodzakelijk omdat de meemoeder het vaderschap kan betwisten.
Overgangsregeling
Die verklaring moet worden afgelegd binnen 12 maanden na de inwerkingtreding van de wet — dus ten laatste op 31 mei 2015 — of binnen 3 maanden na de bevalling of adoptie bij een geboorte of adoptie van een kind na 1 juni 2014.
Maar er is een lacune: de situatie waarbij de tweede afstammingsband van vóór 1 juni 2014 geboren kinderen wordt vastgesteld na 31 mei 2015. De termijn van 12 maanden is dan immers al verstreken.
Dankzij deze aanpassing kunnen de kinderen die geboren zijn vóór 1 juni 2014 en waarvan de tweede afstammingsband na 31 mei 2015 wordt vastgesteld, ook genieten van de mogelijkheden die de wet van 8 mei 2014 biedt. Ook de hypothese waarin een van de ouders is overleden komt aan bod. In die gevallen zal de langstlevende ouder of adoptant een verklaring kunnen afleggen.
Tegelijk wordt de structuur van het betreffende overgangsartikel verduidelijkt. En de coherentie met artikel 335 van het Burgerlijk Wetboek wordt verbeterd. Ook de verschillende termijnen om de verklaring af te leggen, worden geharmoniseerd.
Burgerlijk wetboek
Een aanpassing van artikel 335 legt het beginpunt voor het afleggen van een verklaring van naamsverandering vast ingeval de afstammingsbanden van het kind niet gelijktijdig komen vast te staan, of wanneer een van de afstammingsbanden succesvol wordt betwist.
Een aanpassing van artikel 356/2 legt het principe van eenheid van naam vast in het geval van volle adoptie, ook in de hypothese dat er na de adoptie kinderen deel uitmaken van het gezin en ten aanzien van wie de afstamming niet via adoptie vaststaat.