Zians-Haas Advocaten
Zians-Haas Rechtsanwälte

Strengere regels voor werkloosheid met bedrijfstoeslag

02.02.2015

Het regeerakkoord bepaalt dat er bijkomende stappen nodig zijn om het verlaten van de arbeidsmarkt te vertragen. Bedoeling is om de inspanningen van de vorige regering voort te zetten en het gebruik van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT) te verminderen.

Daarom wordt het KB dat dit stelsel regelt, aangepast vanaf 1 januari 2015. Maar het wijzigings-KB bevat heel wat overgangsbepalingen. 
Algemeen stelsel
Dankzij het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag – het vroegere brugpensioen – kunnen ontslagen werknemers vanaf een bepaalde leeftijd een aanvullende vergoeding krijgen boven op hun werkloosheidsuitkeringen. Die vergoeding is in principe ten laste van de werkgever.

De werknemer moet worden ontslagen op 60 jaar – met toepassing van de CAO nr. 17 — of op de leeftijdsgrens die is opgenomen in een overeenkomst op het niveau van de sector of in de onderneming. Hij moet ook een aantal loopbaanjaren als loontrekkende kunnen aantonen.

De minimumleeftijd in het algemene stelsel wordt vanaf 1 januari 2015 opgetrokken tot 62 jaar. Daartoe wordt het KB op het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag aangepast. Maar de CAO nr. 17 is op dit moment (nog) niet aangepast!

Het vereiste beroepsverleden vanaf 1 januari 2015 blijft ongewijzigd: 40 jaar voor werknemers en 31 jaar voor werkneemsters. Voor werkneemsters zou die leeftijd progressief worden opgetrokken tot 40 jaar in 2024.
Bijzondere stelsels
De bijzondere stelsels voor ontslagen werknemers die 56 jaar en ouder zijn op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst en die op dat ogenblik 33 jaar beroepsverleden als loontrekkende kunnen rechtvaardigen, worden strenger.

De minimumleeftijd wordt:

58 jaar vanaf 1 januari 2015;
60 jaar vanaf een datum bepaald na advies van de NAR. Dit advies wordt uitgebracht op hetzelfde ogenblik als het advies rond de pensioenhervorming.

De verhoging tot 60 jaar komt er niet als er voor de periode 2015-2016 een algemeen verbindend verklaarde cao van de NAR van kracht is die voorziet in een lagere leeftijdsgrens, maar zonder dat deze lager mag zijn dan 58 jaar. Er gelden ook een paar randvoorwaarden. En na 2016 kan deze overeenkomst worden verlengd of aangepast, waarbij de minimumleeftijd geleidelijk kan worden verhoogd overeenkomstig een vooropgesteld tijdspad.

Verschillende bijzondere stelsels werden hier samengevoegd. De doelgroep bestaat voortaan uit werknemers die 33 jaar beroepsverleden hebben en die:

1)
ofwel tewerkgesteld zijn door een werkgever die behoort tot het paritair comité van het bouwbedrijf en beschikken over een attest dat hun ongeschiktheid tot voortzetting van hun beroepsactiviteit bevestigt, afgegeven door een arbeidsgeneesheer;
2)
ofwel minimaal 20 jaar hebben gewerkt in een arbeidsregime met nachtarbeid (CAO nr. 46);
3)
ofwel gewerkt hebben in een zwaar beroep, namelijk: minstens 5 jaar in de laatste 10 jaar of minstens 7 jaar in de laatste 15 jaar. Voor ‘zware beroepen’ moest voordien een beroepsverleden van 35 jaar worden bewezen.

 

Voor hen is SWT voortaan dus pas mogelijk vanaf 58 jaar.

De term ‘zwaar beroep’ wordt in detail omschreven in het wijzigings-KB van 30 december 2014. Er zijn 3 types:

het werk in wisselende ploegen;
het werk in onderbroken diensten;
het werk in een arbeidsregime met nachtarbeid (CAO nr. 46).

Voor het varend personeel in de lucht geldt een gelijkstelling voor wat betreft nachtarbeid.

De bijzondere stelsels voor lange loopbanen met SWT vanaf 57 en 58 jaar verdwijnen. Voor de regeling vanaf 58 jaar zijn er geen overgangsregels. ‘Vastklikken’ van voorwaarden blijft wel mogelijk. En het bijzondere stelsel voor extra lange loopbanen van 40 jaar wordt strenger. De minimumleeftijd wordt hier opgetrokken van 56 jaar tot 58 jaar vanaf 1 januari 2015, en tot 60 jaar vanaf 1 januari 2017. Maar ook hier komt de verhoging tot 60 jaar er niet als de sociale partners in de NAR daar een cao over afsluiten. Ze kunnen ook een tijdspad vastleggen.

De cao die voorziet in een bijzonder stelsel van SWT vanaf 58 jaar voor mindervalide werknemers of werknemers met ernstige lichamelijke problemen met een beroepsverleden van 35 jaar, loopt tot 31 december 2014. Mindervalide werknemers die de leeftijd van 58 jaar bereikt hebben op 31 december 2014 en ontslagen zijn vóór 1 januari 2015, kunnen wel nog van dit stelsel gebruikmaken. Het beroepsverleden van 35 jaar moet worden bereikt op het ogenblik van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst.

Onderneming in moeilijkheden
Na een gemotiveerde aanvraag kan de minister van Werk een onderneming erkennen als onderneming in moeilijkheden of onderneming in herstructurering in het kader van SWT. Dit kan voor maximum 2 jaar. Voor de aanvragen wint de minister vooraf het advies in van de adviescommissie bij de dienst van de collectieve arbeidsbetrekkingen van het FOD WASO. Dat advies is niet langer facultatief.

In zijn erkenningsbeslissing kon de minister de minimumleeftijd voor SWT onder voorwaarden verlagen, zonder lager te mogen zijn dan 50 jaar.

Maar voor ondernemingen in moeilijkheden, en voor zover de begindatum van de periode van erkenning gelegen is na 31 december 2011, werd die leeftijd van 50 jaar opgetrokken tot 53 jaar in 2014. En nu:

tot 55 jaar vanaf 1 januari 2015;
tot 56 jaar vanaf 1 januari 2016;
tot 57 jaar vanaf 1 januari 2017;
tot 58 jaar vanaf 1 januari 2018;
tot 59 jaar vanaf 1 januari 2019;
tot 60 jaar vanaf 1 januari 2020.

Voor de ondernemingen in herstructurering werd de leeftijdsgrens van 50 jaar op 55 jaar gebracht indien de begindatum van de periode van erkenning gelegen is na 31 december 2012. En die leeftijd van 55 jaar wordt opgetrokken:

tot 56 jaar vanaf 1 januari 2016;
tot 57 jaar vanaf 1 januari 2017;
tot 58 jaar vanaf 1 januari 2018;
tot 59 jaar vanaf 1 januari 2019;
tot 60 jaar vanaf 1 januari 2020.

Let wel, de verhoging vanaf 2016 komt er ook in dit geval niet als de sociale partners in de NAR daarover een cao afsluiten. Het is dus nog niet zeker dat de progressieve leeftijdsverhoging er komt.

Overgangsregels
Het KB van 30 december 2014 treedt globaal genomen in werking op 1 januari 2015. Maar er gelden ruime overgangsregels: 
Algemeen stelsel. De oude regels blijven gelden voor werknemers die:

1/ Gelijktijdig voldoen aan deze voorwaarden:

ze zijn ontslagen vóór 1 januari 2015;
ze bereiken de leeftijd van 60 jaar uiterlijk op 31 december 2016 en op het einde van hun arbeidsovereenkomst;
ze bewijzen op het einde van hun arbeidsovereenkomst het vereiste beroepsverleden.

Uitzonderlijk mogen de werknemers de leeftijd van 60 jaar bereiken na 31 december 2016, maar op het einde van hun arbeidsovereenkomst, indien hun opzegtermijn, vastgesteld in toepassing van de wet of van een cao, loopt tot na 31 december 2016.
 

2/ Gelijktijdig voldoen aan deze voorwaarden:
ze zijn ontslagen tijdens de geldigheidsperiode van een andere cao dan de CAO nr. 17;
die cao is gesloten en neergelegd vóór 1 juli 2015 en treedt uiterlijk op 1 januari 2015 in werking. Zo’n cao kan worden gesloten voor maximum 3 jaar;
die cao voorziet minstens in de leeftijd van 60 jaar;
de werknemers bereiken die leeftijd uiterlijk op het einde van hun arbeidsovereenkomst en tijdens de geldigheidsperiode van de cao;
de werknemers bewijzen op het einde van hun arbeidsovereenkomst het vereiste beroepsverleden.

Bijzondere stelsels. De oude regels blijven gelden voor werknemers die (cumulatief):

ontslagen zijn vóór 1 januari 2015;
de leeftijd van 56 jaar bereiken uiterlijk op 31 december 2014 en op het einde van hun arbeidsovereenkomst;
33 jaar beroepsverleden bewijzen op het einde van hun arbeidsovereenkomst;
ze hebben op het einde van hun arbeidsovereenkomst minimaal 20 jaar gewerkt in een arbeidsregime met nachtarbeid of ze werken in de bouw en hebben een attest van ongeschiktheid.

Het opgeheven stelsel voor lange loopbanen blijft van toepassing op de werknemers die (cumulatief):

ontslagen zijn vóór 1 januari 2015;
de leeftijd van 57 jaar bereiken uiterlijk op 31 december 2014 en op het einde van hun arbeidsovereenkomst;
38 jaar beroepsverleden bewijzen op het einde van hun arbeidsovereenkomst.

Het bijzonder stelsel voor een extra lange loopbaan met SWT op 56 jaar na een loopbaan van 40 jaar blijft van toepassing op werknemers die (cumulatief):

ontslagen zijn vóór 1 januari 2016;
de leeftijd van 56 jaar bereiken uiterlijk op 31 december 2015 en op het einde van hun arbeidsovereenkomst;
40 jaar beroepsverleden bewijzen op het einde van hun arbeidsovereenkomst.
Bron:Koninklijk besluit van 30 december 2014 tot wijziging van het koninklijk besluit 3 mei 2007 tot regeling van het stelsel van werkloosheid met bedrijfstoeslag, BS 31 december 2014

<< ga terug