3 stimulerende maatregelen voor de horecasector
21.12.2015Het plan van aanpak voor de horecasector voorziet in een registratieplicht met een geregistreerde kassa – de zogenaamde ‘witte kassa’ - en bijkomende lastenverlagingen voor de sector.
Die lastenverlagingen bestaan uit:
- •
-
een uitbreiding van het systeem van overuren;
- •
-
de invoering van flexi-jobs; en
- •
-
een aanpassing van de regeling voor het gelegenheidswerk.
Verhoging van het contingent
De uitbreiding van het contingent wordt al toegepast sinds 1 juli 2015. Dat blijkt ook uit de instructies van de RSZ.
Overuren en flexi-jobs
De regels in dit hoofdstuk vallen onder de toepassing van de de-minimissteun, zoals vermeld in de ‘de-minimisverordening’ en de eventuele latere wijzigingen van deze verordening. Deze verordening laat toe om steun – lager dan 200.000 euro over een periode van 3 jaar – aan een onderneming toe te kennen zonder voorafgaande melding aan de Europese Commissie.
Dankzij de flexi-jobs kan men op een voordelige manier bijverdienen in de horeca, op voorwaarde dat er sociale bijdragen worden betaald in een hoofdjob. De wetgever zorgt voor een vrijstelling van belastingen en een bijzondere socialezekerheidsbijdrage van 25%.
Let op! De Raad van State heeft het KB vernietigd dat de invoering van de ‘witte kassa’ in de horeca regelt. Het gelijkheidsbeginsel werd geschonden. Vooral de ‘10%-regel’ lag onder vuur.
Hotelbedrijf
De Raad van State heeft ernstige twijfels bij de beperking van de maatregelen tot de horecasector. Zo stipt de Raad van State in zijn advies aan dat men in de memorie van toelichting de specifieke regels voor de horecasector verantwoord door vooral te wijzen op ‘de arbeidsintensieve economische activiteit, de hoge loonkost, de nakende invoering van het geregistreerde kassasysteem en de noodzaak om in het licht daarvan ondersteuningsmaatregelen in te voeren, het goedkoper en flexibeler maken van de arbeid, en het minder aantrekkelijk maken van fraude en zwartwerk’.
Toch is het volgens de Raad van State zeer de vraag of de ontworpen regeling de toets aan het gelijkheidsbeginsel kan doorstaan, ‘nu deze verantwoording grotendeels evenzeer kan worden betrokken op andere economische sectoren of andere werkgevers, en de daarin weergegeven motieven niet specifiek gelden voor de horecasector. Ook kan de evenredigheid van de ontworpen maatregelen worden betwijfeld.